Woorden in prenten

weer

Woorden in prenten

Ieder kind houdt van prentenboeken, ook de anderstalige kinderen. Alleen spreken veel anderstalige leerlingen die in de groep  komen, geen of weinig Nederlands,terwijl ze veel Nederlands nodig hebben om het onderwijs te volgen. Prentenboeken kunnen op een natuurlijke, plezierige manier bijdragen aan het uitbreiden van de Nederlandse woordenschat, omdat immers veel woorden in prentenboeken afgebeeld zijn.

Als de leerkracht een prentenboek voorleest, verstaat een anderstalig kind meestal niet wat er verteld wordt. Onderzoek heeft laten zien dat een kind 90 % van de woorden uit een tekst of een verhaal moet kennen om tot een globaal begrip te komen. Die 90% van de Nederlandse woorden beheerst een anderstalig kind meestal niet. Om wel tot dit begrip te komen, dient er vooraf aan het voorlezen of vertellen van een prentenboek eerst woordenschatlessen Nederlands te worden gegeven.

De oorspronkelijke teksten van de prentenboeken hebben we herschreven tot een vereenvoudigde tekst van 75-80 woorden. Deze woorden leren we eerst aan. In vijf lessen onderwijzen we dan 15 woorden per les. Dan hebben we 100% tekstdekking van de vereenvoudigde tekst en ongeveer 90% van de oorspronkelijke tekst.

Pas als de woorden zijn aangeleerd, leest de leerkracht de oorspronkelijke tekst voor, bij voorbeeld aan gemengde groepen. De anderstalige leerlingen verstaan en begrijpen nu veel meer van de oorspronkelijke versie dan wanneer ze deze woordenschatlessen niet hadden gehad. En hun Nederlandse –actieve en passieve- woordenschat is aanmerkelijk uitgebreid en op een plezierige, natuurlijke manier.

Voor meer info bekijk onze website of neem contact op met Marijana Sore 0626918719 of mail ons naar